In de oefening naar binnen kijken is uitgelegd dat introspectie niet altijd werkt, en dat je jezelf vaak beter leert kennen via een ‘omweg’: de observaties van anderen. Anderen baseren hun indruk voor een groot deel op je gedrag, je lichaamstaal, en op het effect dat je op hen hebt. Daardoor zien ze soms dingen die je zelf minder goed in beeld hebt. Maar om die informatie goed te ontvangen, moet je er soms heel bewust aan werken je ‘antenne’ erop in te stellen.
Dit betekent overigens niet dat je alles wat een ander zegt kritiekloos moet accepteren. Die ander kan zich immers ook vergissen. In elke relatie kunnen allerlei belangen van de ander ook meespelen. Is de relatie goed, dan kan de ander jouw eigen opvattingen over jezelf overnemen en daarmee jouw illusies over jezelf overnemen. Vaak is het zelfs zo dat een goede vriend(in) of partner door een rozere bril naar je kijkt dan jijzelf. Zijn er daarentegen conflicten in de relatie, dan kan de ander juist de gelegenheid aangrijpen jouw aandeel daarin te belichten om het eigen straatje schoon te vegen. De mening van de ander is dus niet heilig. Waar het om gaat is dat je jezelf oefent in het werkelijk luisteren naar het geluid van iemand die van een andere kant naar je kijkt dan jijzelf.
Anderen zien vaak meer dan jijzelf. Als je je eigen gedrag bekijkt, zie je vooral je eigen overwegingen en hoe je reageert op de situatie waar je je in bevindt. Het lijkt dan alsof ieder zinnig mens in jouw schoenen precies hetzelfde zou doen. Als anderen naar je kijken, zien ze dat je vaak reageert volgens dezelfde patronen en dat dat iets zegt over jou. In een groep zien ze dat je vaak een bepaalde rol inneemt, bijvoorbeeld de rol van leider, helper, waarnemer, grappenmaker of bemiddelaar. Ze zien dat je soms anders reageert dan zij zelf zouden doen. Ook zien ze je lichaamstaal, waarmee je veel van je onbewuste zelf laat zien, iets wat je zelf niet ziet.
Mensen verschillen in hoe consistent ze zich gedragen in verschillende situaties. De een is altijd ongeveer hetzelfde, de ander past zich meer aan aan de omstandigheden. Veel mensen zijn bijvoorbeeld in het contact met intimi anders dan op hun werk. Je kunt vele rollen vervullen, bijvoorbeeld je beroepsrol, je rol als partner of geliefde, je rol als ouder, als zoon of dochter, als sporter, enzovoort. Het is mogelijk dat je die verschillen terugziet in de reacties van verschillende personen. Hoewel de een je misschien beter kent dan de ander, laten ze allemaal een stukje van jou zien in hun antwoorden. Het ‘zelf’ heeft vele gezichten die in verschillende situaties naar boven komen. Kom je in nieuwe situaties (bijv. bij een nieuwe baan of partner) dan kun je ook weer nieuwe kanten van jezelf gaan ontdekken. Iemand die je heel goed kent zal in het algemeen ook meer kanten van je gezien hebben.
Van belang is dat indrukken die anderen over ons hebben vaak beter kloppen dan ons zelfbeeld. Bijvoorbeeld: als mensen moeten aangeven hoe aantrekkelijk of hoe intelligent ze zijn, houdt dat sterk verband met hun zelfwaardering (zelfverzekerde mensen vinden zichzelf aantrekkelijker en slimmer), maar nauwelijks verband met objectieve oordelen van buitenstaanders of resultaten van tests! Je hebt dus vaak niet zoveel aan iemands eigen oordeel over zichzelf, behalve als je wilt weten hoeveel zelfvertrouwen iemand heeft... Het is natuurlijk niet zo dat de ander altijd de waarheid in pacht heeft, maar het kan zeker zinvol zijn het oordeel van anderen serieus te nemen als je jezelf beter wilt leren kennen.