Waarom

vervolg Naar binnen kijken

Het antwoord op de vragen zelf doet er niet toe voor deze opdracht. Waar het om gaat is dat eigenlijk alleen vraag 2, 4 en 6 (je favoriete eten, je favoriete tv-programma en van wie je houdt) te beantwoorden zijn via introspectie. Door naar binnen te kijken weet je wat je voorkeuren zijn. Je weet wat je lekker vindt, waar je van houdt, wat je interesseert, of je ergens voor of tegen bent.

Je weet echter niet waarom dat zo is. De achtergronden en motieven van je voorkeuren worden geregeld door onbewuste processen die, per definitie, niet toegankelijk zijn voor onszelf. Je kunt er theorietjes over bedenken (“vermoedelijk hou ik van deze persoon omdat hij eerlijk is en dat vind ik een belangrijke eigenschap”) maar je kunt het proces dat leidt tot een bepaalde voorkeur of mening niet rechtstreeks waarnemen bij jezelf.  Alleen het resultaat van het proces is waarneembaar.

Anders gezegd: door onszelf van binnen te raadplegen, kunnen we het antwoord geven op wat-vragen (wat voel ik, wat wil ik, wat geeft me plezier en wat niet) maar niet op waarom-vragen. We hebben vaak wel de illusie dat we door middel van introspectie onszelf kunnen analyseren (“Ik vind het belangrijk dat mensen eerlijk zijn omdat ik zo vaak oneerlijkheid heb meegemaakt”) maar dat zijn alleen theorieën: jouw theorie over jezelf en waarom je bent zoals je bent, is net zo goed als die van ieder ander die jou goed kent.

Er zijn zelfs aanwijzingen dat nadenken over het waarom van je gedrag en je keuzes leidt tot minder zelfkennis, doordat je theorieën en waarom-vragen de aandacht afleiden van de essentie, en ertoe kunnen leiden dat je innerlijke toestanden gaat opmerken die er niet zijn. Zoals een hypochonder al snel denkt dat ‘ie ergens pijn heeft, zo zal iemand die veel over zichzelf nadenkt al snel bepaalde gevoelens opmerken en wellicht opblazen.

Dit betekent dat introspectie als bron van zelfkennis van zeer beperkte waarde is. Je weet door introspectie wat je voorkeuren, je waarden en interesses zijn, dat voel je (althans als ze sterk genoeg zijn). Alle bedenksels daar omheen zijn leuk als hobby maar leiden niet tot werkelijke zelfkennis.

We vertrouwen er ten onrechte op dat we wel inzicht hebben in onze eigen motieven, de achtergronden van onze keuzes en hoe we geworden zijn zoals we zijn. Dit wordt de introspectie-illusie genoemd. Het gevolg van deze illusie is dat we te weinig gebruik maken van informatie die veel belangrijker is: ons waarneembare gedrag, de patronen daarin en de context waarin het plaatsvindt. Om dat te zien moet je als het ware uit jezelf stappen en van de buitenkant naar jezelf kijken. Dat is een andere manier van naar jezelf kijken dan we gewend zijn. Daarbij kan het helpen om anderen te raadplegen, omdat zij als ze naar jou kijken, niet in de valkuil van introspectie stappen. De opdracht ‘naar buiten kijken’ gaat daarover.

Meer lezen:
Waarom we vreemden zijn voor onszelf
Introspectie: kijken met oogkleppen